Drukken of printen?
De termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar er zijn een aantal belangrijke verschillen (ook al zou je dat niet zeggen als je kijkt naar de Engelse vertaling, dat is allebei print).
Wat is het verschil en wanneer kies je waarvoor?
1. Gegevens
Een belangrijk verschil tussen printen en drukken zijn gegevens. Voor drukken heb je vaste gegevens en wordt elk exemplaar hetzelfde. Bij printen kun je gebruik maken van variabele gegevens en daardoor de informatie personaliseren (in tekst en afbeeldingen).
2. Oplage
Om iets te drukken dient de drukpers met zijn kleurtorens ingesteld te worden. Dit kost tijd, soms uren (afhankelijk van het soort drukwerk en de drukmethode) en maakt drukken in kleine oplages relatief duur. Bij printen is dit niet het geval en kun je al iets produceren vanaf oplage 1. Echter als het om grote oplages gaat is drukken meestal sneller en goedkoper.
3. Kleur
Er zijn verschillende soorten kleurtabellen. Voor print en drukwerk worden PMS en CMYK gebruikt. CMYK staat voor Cyaan (‘blauw’), Magenta (‘rood’), Yellow (geel) en Key (zwart) oftewel full colour. Met deze 4 kleuren kun je een breed scala aan kleuren creëeren en is de basis van printen in kleur.
Ter info praat je over afbeeldingen op het beeldscherm, zoals bijvoorbeeld huisstijl voor online adverteren of website, dan het handiger om RGB of hexkleuren (#) te gebruiken. Weet je niet welke kleur google dan op ‘hex to RGB’ of ‘PMS tot CMYK’ en je vindt diverse websites waarbij je de kleuren kunt ‘omrekenen’. Let wel er kunnen altijd subtiele verschillen zijn.
PMS staat voor Pantone Matching System en is een groot aantal aan kleurnummers die terug te vinden zijn in een kleurenwaaier. Bij drukwerk kan er zowel gebruik gemaakt worden van de CMYK-kleuren als de PMS-kleuren. Veel kleuren zijn erg goed te benaderen met CMYK maar niet alle.
Opmerkingen
– Bij drukken betaal je ook per kleur (omdat elke kleur een drukstel extra instellen is en dus tijd en inkt kost), oftewel hoe meer kleuren je hebt hoe duurder het drukwerk wordt. Bij printen is dit niet van belang omdat de 4 kleurcartridges (CMYK) standaard in de printer zitten en dus niet specifiek ingesteld dient te worden.
– Zowel bij drukken als bij printen geldt dat het gebruikte papier een belangrijke factor is. Exact dezelfde instellingen kan op een andere papiersoort heel anders uitpakken. Om deze reden dient er altijd eerst op kleur ingesteld te worden (een beetje meer rood, minder geel, de afbeelding sluitend maken etcetera).
4. Formaatmarges
Bij printen heb je marges rondom jouw document nodig. De printer heeft dit namelijk nodig om het papier vast te houden en te begeleiden. Bij drukken is dit niet (/minimaal) aan de orde. Als je dus een A4 van rand tot rand beprint wilt hebben dan kun je dat niet realiseren door op vellen A4 te printen. Hiervoor heb je groter papier nodig. (Overigens bij rand tot rand bedrukken is ‘overvul’ ook altijd belangrijk voor aanlevering van de bestanden. Overvul is een paar mm extra rondom de snijlijnen zodat er geen witrandje kan ontstaan bij het snijden naar het juiste formaat.) Gelukkig is papier ook in allerlei maten te verkrijgen en hoeft dit dus geen probleem te zijn. Echter als het formaat niet efficiënt op het papier te krijgen is, wordt het relatief duurder omdat je simpelweg meer kg papier nodig hebt. Dit geldt voor zowel print- als drukwerk.
Samenvatting
Indien je iets wilt drukken/ printen dien je de volgende zaken op een rij te zetten:
1. Heb ik vaste gegevens of variabele gegevens? (Variabel -> printen)
2. Wat is mijn oplage? (Grote oplage -> drukken, kleine oplage -> printen). Let wel er is geen kantelpunt voor oplage aan te geven, omdat dit verschilt per soort document en druktechniek maar grof geschat zeg ik minder dan 500 A4 is printen vaak goedkoper.
3. Wat voor kleuren zitten in het document en hoe belangrijk is de exactheid van kleur? (Niet CMYK en kleurechtheid belangrijk ->drukken)